maandag 23 juni 2014

Een heldere duik in de kledingindustrie

Water. Het is voor ons zoiets vanzelfsprekends dat je misschien niet stilstaat bij hoeveel water je dagelijks verbruikt. Niet alleen voor je dagelijkse thee of wc-bezoek heb je water nodig, ook als je kleding koopt verbruik je water. Dat zie je niet, maar om je kleding te maken is veel water verbruikt. Voor één onderbroek al wel 700 liter. In deze blog kom je precies te weten hoe het zit.

De campagne voor duurzame kleding

Om hoeveel gaat het?

In totaal verbruikt de katoenteelt jaarlijks 256.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000 liter water. Dat spreek je uit als 256 quintiljoen. Ik kan me er maar moeilijk een voorstelling van maken. In Nederland dragen we hier behoorlijk aan bij; ons kleine landje importeert jaarlijks 2,9 quintiljoen liter.

Hoeveel water zit er in mijn kleding?

Dat is lastig om precies te zeggen. Een belangrijke factor is waar het katoen is geteeld. Op nummer 1 staat het warme droge India met 21.500 liter per kilo. Gemiddeld is 10.000 liter water nodig om één kilo katoen te produceren. Dat betekent dat er gemiddeld 2.700 liter water in je T-shirt zit en 700 liter in je boxershort.

Waar komt al dat water vandaan?

In de katoenteelt bestaan drie soorten water. Je hebt groen water, dat is regenwater dat door de katoenplanten wordt opgenomen. Daarnaast heb je blauw water, dat is oppervlaktewater uit omliggende sloten, meren en rivieren dat wordt gebruikt voor het besproeien van de katoenvelden en voor de natte processen in de verdere kledingproductie. Tenslotte heb je grijs water, dat is industrieel afvalwater. Het totaal van deze drie soorten is de zogenaamde watervoetafdruk van jouw kleding.

Wat is het effect van al dat waterverbruik?

Aralmeer 2000
Dat een katoenplantje veel water nodig heeft is nog tot daar aan toe, maar het probleem zit hem in het feit dat er gemiddeld 42 procent blauw water nodig is. Dat water moet dus - met een duur woord - geïrrigeerd worden uit omliggend oppervlaktewater en daar gaat het mis.
Het meest sprekende voorbeeld is het Aralmeer in Oezbekistan. Dat gigantische meer droogte zo goed als op doordat het water gebruikt werd om katoenvelden mee te besproeien. Dit had dramatische consequenties voor het lokale klimaat en de bevolking. Alle pesticiden, kunstmest en ontbladeringsmiddelen hebben de bodem en het water ernstig vervuild. Wat over is gebleven is een dorre vlakte bedekt met giftig zout. Dit zout veroorzaakt ernstige gezondheidsproblemen als keelkanker en tyfus bij de bewoners van het gebied. Daarnaast heeft het slinken van het meer geleid tot veranderingen in het lokale klimaat en een afname van de visvangst.

Wat zijn de alternatieven?

Aralmeer 2013
Hennep, brandnetel en bamboe kom je overal op internet tegen als duurzaam alternatief voor katoen. Hoewel ze vele malen minder water en pesticiden nodig hebben om te groeien, is transparantie in het productieproces ver te zoeken. Zo heb je chemicaliën (viscose) nodig om van hard bamboe zachte kleding te maken. Vragen als hoe met deze chemicaliën wordt omgegaan en of de arbeiders beschermt blijven van deze bijtende stoffen worden niet beantwoord. Veel potentie dus voor de toekomst, maar nu nog even niet.

Is het dan helemaal hopeloos?

Het antwoord is: nee niet helemaal. Na lang zoeken kwam ik tot het beste alternatief van dit moment: 'rainfed' geteelde bio-katoen met GOTS keurmerk. Een hele mond vol voor drie simpele stappen:
  1. Bio-katoen
    Biologisch katoen wil zeggen dat het katoenplantje geen of alleen natuurlijke bestrijdingsmiddelen krijgt, zoals knoflook en geurstoffen die schadelijke insecten wegjagen. Daarnaast wordt bij de teelt van biologisch-katoen uitputting van de grond tegen gegaan door de katoenteelt af te wisselen met granen- en peulvruchtenteelt.
  2. Rainfed
    Wanneer je katoen teelt in een vochtiger klimaat heb je minder irrigatiewater nodig, dat spreekt voor zich. Zo valt tot een kwart te besparen ten opzichte van het wereldgemiddelde en wel tot 70 procent water te besparen in vergelijking met landen als India. Dat heeft minder impact op de waterstand in een gebied, en daarmee ook minder effect op de natuur om de katoenplantages heen en de beschikbaarheid van zoet drinkwater voor de lokale bevolking.
  3. GOTS-gecertificeerd
    GOTS staat voor de Global Organic Textile Standard. Kleding met dit keurmerk biedt je de zekerheid dat het zonder slavenarbeid en gevaarlijke chemicaliën is gemaakt – van katoenplant tot T-shirt. Wel zo prettig, toch?!

Waar koop ik dat dan?

We hebben het je makkelijk gemaakt! Op www.underwearrun.nl vind je een overzicht van verantwoorde merken en winkels.

Daarom rennen we in ondergoed

Er valt nog veel te verbeteren in de kledingindustrie, zeker wat betreft waterverbruik. Het wordt tijd dat we in gaan zien dat water een schaars goed is. Met de Underwear Run willen we laten zien dat het anders kan en proberen we consumenten en bedrijfsleven te inspireren hun visie op kleding en mode te veranderen. Consumenten hebben veel macht, maar het is het bedrijfsleven dat uiteindelijk actie moet ondernemen. Laten we ze een handje helpen door het goede voorbeeld te geven.

Groetjes, Niels
voorzitter JMA

zaterdag 21 juni 2014

Je bent een echte held als ...

je alle boeven hebt geveld!

Ik hoor je denken: 'Hè? Waar gaat dit dan over?!'. Dat dachten wij ook vannacht, maar ik zal bij het begin beginnen, dan wordt het vanzelf duidelijk.

Hoe de avond begon...

Een aantal maanden geleden startte Pink het project Jonge helden top 10 op. Hiervoor kon worden ingeschreven als jonge held. Zo gezegd zo gedaan, en Niels werd ingeschreven als jonge held. Weet je de mooie Facebook-posts nog die langskwamen?

Ondertussen is het eerste succesje geboekt: Niels zit in de top 10! Dat is hartstikke leuk, maar natuurlijk willen we meer. Daarom moest er worden gebrainstormd over een project, waarmee wij de top 10 gaan bestormen. Gisteravond was weer zo'n avond waarop tot in de late uurtjes de toffe ideeën en al ons enthousiasme over tafel vlogen. Oh, wat we bedacht hebben? Daar kan ik nog niet zoveel over zeggen. Binnenkort volgt er meer over het idee.

Maar de boeven dan?

Ja, die boeven. Toen we 's avonds laat moe gebrainstormd waren en op weg wilden gaan naar huis, liepen we tegen een probleem aan. Het alarm wilde niet aan gaan, er stond nog een deur open. Na het pand te hebben gecheckt, en gecheckt, en gecheckt, wisten wij niet meer wat er aan de hand kon zijn. Volledig ten einde raad hebben wij toen de huismeester van het pand gebeld. Die wist ons te vertellen dat er nog een nooduitgang was.
Daar gingen we, op pad naar de mysterieuze nooduitgang. Al snel kwamen we tot de ontdekking dat het inderdaad die deur was die open stond. Dat betekende dus dat er iemand in het pand kon zijn...

Foto: The open door by La Duque 

Op jacht!

Tijd om op jacht te gaan. Niels met de huismeester aan de telefoon voorop, gevolgd door mij en beneden stond Loes als trouwe back-up. Stel je voor dat er iets mis zou gaan?
Langzaam slopen we naar boven en checkte we de deuren. Op de eerste verdieping was er niets aan de hand. Verder naar boven, de tweede verdieping: ook hier waren de deuren netjes dicht en niets verdachts te zijn. Alleen de laatste verdieping nog. Ook hier hebben we geen boef kunnen vinden, zelfs niet verstopt tussen alle planken die er opgeslagen staan.

Opgelucht liepen we terug naar beneden, niets gevonden! Waarna er nog één obstakel bleek te zijn: de meterkast. Na een keer diep adem halen, hebben we de deur opengetrokken. Gelukkig bleek ook hier niemand verstopt te zitten.
Het idee van een superheld in het pand heeft de boeven vast afgeschrikt. Na alles te hebben afgesloten was het dan eindelijk tijd om op weg naar huis te gaan. Eind goed al goed! :-)

vrijdag 6 juni 2014

Duurzaam de zeeën veroveren op de Tres Hombres

Het klinkt als een sprookje: Zeilend de oceaan trotseren om biologische rum en chocolade op te halen uit de Caraïben. Voor de zeehelden van zeilschip de Tres Hombres is dit de dagelijkse werkelijkheid. Door hun goederen co2-neutraal te vervoeren laten ze zien dat duurzame scheepvaart mogelijk is. Ik ging aan boord en waande me in een wereld tussen verleden en toekomst...

Met paard en wagen naar de chocoladefabriek

Als ik van de veerpond de NDSM-werf oploop zie ik hem al liggen: Een houten tweemaster die oogt alsof hij zo uit een geschiedenisboek komt. Toch is dit schip pas sinds 2009 in de vaart. Het 32 meter lange schip biedt plaats aan vijf bemanningsleden en tien trainees. Tijdens mijn bezoek ligt de Tres Hombres voor een weekje in Amsterdam, waar de cacaobalen worden gelost en door vrijwilligers met bakfietsen, paard en wagen en elektrisch vervoer naar de chocoladefabriek wordt gebracht.

16 grootste schepen net zo vervuilend als alle auto's ter wereld

Aan boord word ik verwelkomd met een stukje chocolade en ontmoet ik Rick, die me een rondleiding geeft. Op het voordek komen we Dana tegen. Zij is verantwoordelijk voor de bevrachting van het schip. Enthousiast vertelt ze over de missie van de Tres Hombres: de zeilende handelsvaart weer leven in blazen. Dat is volgens haar hard nodig, want de feiten liegen er niet om: zo zijn de 16 grootste vrachtschepen net zo vervuilend als alle auto's ter wereld, en stoot het scheepsverkeer twee keer zoveel co2 uit als het vliegverkeer.

De wind is gratis

Ik schrik van deze getallen, maar Dana is optimistisch. Fair Transport, het bedrijf achter de Tres Hombres, is bezig om ecoliners te ontwikkelen die 50% minder brandstof verbruiken. Dit zijn hybride cargoschepen, die zowel zeilen als een motor hebben. Volgens Dana is dit 'the next step' in de scheepvaart, en een hele logische ook. De Tres Hombres is dan ook het boegbeeld van Fair Transport.

Alles met de hand

Terwijl ik met Dana sta te praten, klinkt er af en toe van boven “Beetje zakken!” We lopen verder, en ik gluur wie er nou eigenlijk boven in de mast hangt. Hij blijkt Amaury te heten, een Belg met woest haar, een baard, bootlaarzen, een grote wollen trui en een veeg teer op zijn neus. Hij is teer op de stalen kabels aan het smeren, zodat ze niet gaan roesten. Hier wordt alles nog ouderwets met de hand gedaan, waardoor de Tres Hombres weinig energie verbruikt. Zonnepanelen, windmoletjes en een schroef die achter het schip aan wordt gesleept tijdens het varen wekken de nodige stroom op.

Amaury hangt in de mast
om de stalen kabels te teren

Een langzame revolutie Na een kijkje in het ruim ontmoeten we kapitein Lammert. Hij schenkt ons wat rum in, en vertelt vol passie over de Tres Hombres producten.
"We werken aan een stukje bewustzijn; overal waar we komen vertellen we ons verhaal. En we zijn niet de enigen, dat doen jullie ook."

"Wil je nog in de mast klimmen?"

Na twee uur op het schip moet ik echt weg, maar eigenlijk wil ik helemaal niet. Als ik toch maar gedag zeg, roept Rick vanuit het ruim: "Wil je niet nog in de mast klimmen?" Ik beloof hem dat ik dat zeker eens zal doen, maar dan op zee, want een ding weet ik zeker: Ook ik wil zeeheld worden bij de Tres Hombres.

Ahoy,
Annemiek


Tekst en foto's door Annemiek Schravesande

Meer weten over deze helden? Klik hieronder de foto's en ga voor meer informatie naar de website van de Tres Hombres of naar hun Facebookpagina.

Kapitein Lammert vertelt
vol passie over de rum
Aantekeningen maken
in het ruim
De grote mast

Een nagelbank
Het teren van de kabels

Mag ik een foto maken van je handen?
Ze zijn zo mooi vies :)
Tres Hombres rum